top of page
vecteezy_topographic-map-topographic-pattern-line-map-vector_16596766 copy.jpg

Wat te doen in Bergamo en omgeving: hikes, highlights en lokale lekkernijen

  • Foto van schrijver: Oscar & Marjolein
    Oscar & Marjolein
  • 23 aug
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 5 dagen geleden

Een stedentrip combineren met natuur, cultuur en culinaire verrassingen? Dan is Bergamo een perfecte bestemming. Deze Noord-Italiaanse stad wordt vaak overschaduwd door het nabijgelegen Milaan, maar heeft zelf zóveel te bieden. Wij verbleven een paar dagen in deze verrassende stad en gebruikten het als uitvalsbasis voor een tweetal dagtochten in de bergen. En zoals altijd: waar we gaan, volgen verhalen (én eten). We delen deze avonturen graag met jullie.


Uitzicht op Bergamo

Bezienswaardigheden in Bergamo: middeleeuwse charme en stracciatella-ijs

Bergamo. Een stad met twee gezichten, letterlijk. Città Alta (de Bovenstad) en Città Bassa (de Benedenstad). Wij verblijven in de moderne benedenstad, waar we een fijn appartementje hebben geboekt: Olivia Suite. Na een snelle incheck en een frisse douche zijn we klaar om Bergamo te verkennen.


Authentiek Italiaans appartement

We hadden trek (wat voor ons niet uniek is). Met dat idee wandelden we richting het historische centrum, zo’n twintig minuten verderop. Alleen bleek dat halve Bergamo (en zijn toeristen) precies hetzelfde idee had. De straten stonden vol mensen, en voor elk restaurant stond een nog langere rij. Na wat zuchten en steunen sloten we ons aan bij de rij van bakkerij Il Fornaio, waar je op z’n ouderwets een nummertje moest trekken. Toegegeven: toeristisch was het zeker. Maar de versgebakken pizzapunten stelden niet teleur. Soms moet je je verwachtingen gewoon even parkeren (en je bord vol scheppen).


ree

Met nieuwe energie besloten we de stad écht te verkennen. Città Alta is het oude, historische hart van Bergamo en ligt – de naam zegt het al – een stuk hoger. Je kunt er met een kabeltreintje (de Funicolare) naartoe, maar wij kozen voor de klim. Een flinke klim, zo bleek. Maar onderweg kregen we een voorproefje van de charme van deze stad. Eenmaal boven besloten we door te wandelen naar Castello di San Vigilio, het hoogste punt van de stad. Het uitzicht daar is adembenemend: aan de ene kant de stad, aan de andere kant de glooiende heuvels en bergen.



Na zoveel trappen, meters en indrukken vonden we dat we een beloning verdienden. En wat voor één: stracciatella-ijs. Wist je dat deze smaak hier is uitgevonden? In 1961 bedacht de eigenaar van La Marianna deze combinatie van fiordilatte-ijs met gesmolten pure chocolade. De chocola stolde direct en brak in kleine stukjes: stracciatella was geboren. Wij stonden even te twijfelen in de lange rij (weer zo’n toeristenplek?), maar geloof ons: dit ijs is écht de moeite waard. Zelfs als je normaal geen ijsmens bent.


Als afsluiter bezochten we de indrukwekkende Capella Colleoni en de Duomo van Bergamo, twee prachtgebouwen die pal naast elkaar liggen. De kapel is versierd met kleurrijke fresco’s, marmer en een bijzonder wapenschild met drie testikels (Ja, echt). De familie Colleoni liet er geen twijfel over bestaan wie hier de baas was. De Duomo zelf was op dat moment in gebruik voor de mis. We bleven even luisteren naar het gezang. Een sereen moment in een drukke dag.



Hiken bij Bergamo: de Giro dei 5 Laghi in Valgoglio

Na onze eerste dag in de stad besloten we het vandaag hogerop te zoeken (letterlijk). Op een klein uurtje rijden van Bergamo ligt het startpunt van een van de mooiste wandelingen in de regio: de Giro dei 5 Laghi di Valgoglio. Oftewel: een hike langs vijf bergmeren, 18 kilometer lang, met bijna 1000 meter stijging én daling. Een serieuze dag dus.


We parkeerden onze auto in het dorp Valgoglio, waar je voor vijf euro per dag prima terecht kunt. Naast de parkeerplaats ligt een restaurant, waar we nog even snel ons water bijvulden.

De eerste meters waren meteen stevig. De route slingert via een bospad omhoog, pal langs een metalen pijpleiding die het water van de meren naar beneden vervoert. Niet heel charmant, wél handig: verdwalen is haast onmogelijk zolang je die buis volgt. Zodra we boven de boomgrens kwamen, veranderde het landschap compleet. Gouden herfstkleuren, een zacht zonnetje en de silhouetten van bergen in de verte. Magisch.



Bovenop de berg begint de eigenlijke route: een rondje langs vijf unieke meren. Je kunt beide kanten op starten, dus wij begonnen met een korte pauze (lees: lunch!). Onze mini focaccia’s smaakten extra goed met dit uitzicht. En: het werd warm. Tijd om de afritsbroek om te toveren tot korte broek. Wandelmode op z’n best.


Het eerste meer waar we aankwamen was Lago Nero: donker, mysterieus en prachtig gelegen tussen de rotsen. Daarna volgden Lago d’Aviasco (groot en indrukwekkend), Lago Campelli en Lago Cernello (beide kraakhelder), en Lago Sucotto, dat door zijn groene omgeving bijna sprookjesachtig aanvoelde. Elke bocht bracht een nieuw uitzicht, en elke klim voelde als een mini overwinning.


Meer in de bergen

Maar makkelijk? Nee. Dit was echt een pittige tocht. Veel rotsen, veel klimmen, en dus ook veel spierpijn. Gelukkig hadden we onze wandelstokken en stevige schoenen bij ons – geen overbodige luxe op dit terrein.


Meisje wandelend door het bos

De herfst is prachtig, maar kent één groot nadeel: het wordt vroeg donker. Rond vier uur begon de zon al te zakken, en we voelden de tijd drukken. We probeerden het tempo erin te houden, maar het laatste stuk liepen we toch met onze telefoonlampjes in de hand door het donkere bos. Avontuurlijk, zullen we maar zeggen. Volgende keer: hoofdlamp mee en iets eerder afdalen. Maar we kwamen veilig en voldaan terug bij de auto.


Panoramisch uitzicht op het Comomeer: wandelen in Parco Valentino

Op zo’n anderhalf uur rijden van Bergamo ligt Parco Valentino, een nationaal park in de buurt van de Piani dei Resinelli. De route ernaartoe is al een avontuur op zich: haarspeldbocht na haarspeldbocht slinger je omhoog, totdat je uiteindelijk op hoogte aankomt. En dat is fijn, want dan hoef je zelf dus niet meer zoveel te klimmen. Win-win!


We kozen voor de Belvedere-route, een korte wandeling met een spectaculaire beloning: een panoramisch uitzicht over het Comomeer. Wat deze plek extra bijzonder maakt? De metalen loopbrug die letterlijk boven de afgrond hangt. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees, maar wél voor wie op zoek is naar een wow-moment. Het uitzicht is weids, diep en indrukwekkend. Het meer glinstert in de zon, de bergen rijzen op in de verte en je voelt je even heel klein.


Metalen loopbrug boven dal

Omdat we nog wat energie over hadden (en het weer zó heerlijk was, strakblauw en warm), besloten we ook nog een extra lus te lopen naar de top van de Monte Coltignone, zo’n 1500 meter hoog. Wat een uitzicht! En het mooiste: we hoefden het met bijna niemand te delen. Geen drukte, geen rijen, geen geroezemoes. Alleen wij, de bergen en een paar nieuwsgierige vogels.



Tot slot

Bergamo bleek een ideale mix van stad en natuur. Overdag zweten op de bergpaden, ’s avonds aanschuiven voor lokale specialiteiten als Casoncelli alla Bergamasca of een zoete Polenta e Osei. De stad zelf charmeert en de bergen geven energie. Drie dagen waren eigenlijk te kort, maar genoeg om verliefd te worden op deze minder bekende parel van Italië. Eén ding is zeker: wij komen terug. Misschien voor nóg een stuk stracciatella. Misschien voor de vogeltjes op ons taartje. Of gewoon voor alles tegelijk.

Opmerkingen


Copyright © 2025

Ontwerp door Oscar & Marjolein

boots on the move

bottom of page