5-daagse motorreis door Italië, Slovenië en Oostenrijk
- Oscar & Marjolein
- 6 dagen geleden
- 7 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 5 dagen geleden
Een motorreis van vijf dagen door Italië, Slovenië en Oostenrijk: drie landen die elk hun eigen charme hebben. In dit blog nemen we je mee langs onze route, met hoogtepunten, uitdagingen en tips voor iedereen die droomt van een motortrip door de Alpen en de Julische Alpen.

Wat neem je mee op motorreis?
Een goede voorbereiding maakt je motorvakantie een stuk relaxter. Naast de standaard items zoals kleding, portemonnee en papieren, zijn dit onze absolute aanraders om mee te nemen:
Beschermende motorkleding: Investeer in een goed motorpak met bescherming. Vul dit aan met thermokleding voor koudere dagen en regenkleding voor onverwachte buien.
Motortassen of koffers: Merken als SW-Motech en Givi hebben zich bewezen met stevige en ruime bagage-oplossingen. Ideaal om je spullen overzichtelijk en veilig mee te nemen.
Navigatie: Wij vertrouwen zelf op onze smartphone in een Quad Lock-hoesje en een houder op de motor. Voor routeplanning en navigatie is de app OsmAnd een aanrader.
Spanbanden: Compact en licht, maar onmisbaar wanneer je bagage extra vastgezet moet worden.
Vizierreiniger + microvezeldoek: Zorg altijd voor helder zicht tijdens het rijden door je vizier schoon te houden.
Handige gereedschapsset: Voor kleine reparaties onderweg is een basis toolkit goud waard.
Bandenreparatieset met pomp: Een lekke band hoeft je rit niet te verpesten als je zelf snel een tijdelijke oplossing kunt regelen.
Oordoppen of gehoorbescherming: Zeker op lange stukken snelweg verminderen ze het constante wind- en motorgeluid en voorkom je gehoorschade.
Communicatiesysteem met oplader: Blijf in contact met je motormaatje(s), ontvang navigatie-instructies of luister naar muziek.
Stevig motorslot: Parkeer je motor met een gerust hart, ook als je hem bij pech tijdelijk ergens moet achterlaten.
Heenreis: Leiden (Nederland) naar Bolzano (Italië)
Aangezien we deze reis graag met de motor in Slovenië wilde rijden hebben we ervoor gekozen de motoren op de aanhanger te laden en met de auto richting ons startpunt in Italië (Bolzano) te rijden. Op deze manier konden we onze motorreis direct vanuit Italië vol energie beginnen zonder een lange heen- en terugreis.
We hebben de heenreis in 2 delen gedaan. Tussendoor hadden we een overnachting in Duitsland vlakbij de grens met Oostenrijk. Zo hoefden we op onze tweede reisdag niet teveel kilometers meer te maken zodat we op tijd aankwamen op onze eindbestemming en nog tijd hadden voor een (onverwachts) tussenstopje bij Slot Neuschwanstein.
Aangekomen op onze eindbestemming konden we rustig de motoren afladen en alles klaarmaken om de volgende dag op tijd te vertrekken. Met het uitkiezen van onze accommodatie hebben we bewust rekening gehouden met een fijne parkeerplek voor onze aanhanger, auto én motoren. Tijdens onze motorreis konden we onze auto en aanhanger hier ook achterlaten tegen een kleine vergoeding.
Wij sliepen bij Unterpfaffstall Hof, een traditionele boerderij hoog in de bergen bij Ritten met uitzicht over de bergen, knuffelbare boerderijdieren en verse producten van eigen erf. Dit was meteen een mooie uitvalsbasis voor onze wandelingen in de Dolomieten de laatste dagen van onze trip.
Dag 1: Bolzano naar Ampezzo (Italië)
Afstand: 270 km
GPX route:
We startten in Bolzano, en het voelde alsof de reis meteen goed begon. De lucht was blauw en onze eerste route was de beroemde Sella Ronde. Deze lusvormige route verbindt vier bergpassen met elkaar en voert je door een indrukwekkend decor van steile rotswanden en panoramische vergezichten.
Alleen… vandaag was er ook een wielrenmarathon bezig. Zo’n 8.000 fietsers deelden de weg met ons. Dat betekende veel opstoppingen en helaas ook minder mooie dingen: lege flesjes en snackverpakkingen die de natuur in werden gegooid. Het eerste stuk reden we achter de safety car, zo langzaam dat het nemen van haarspeldbochten bijna gevaarlijk werd. We besloten daarom vroeg te pauzeren en de (koude) pizza te eten die we de avond daarvoor hadden meegenomen.
Na die stop konden we eindelijk doorrijden. Wat een verschil: bochten die lekker liepen, uitzichten om stil van te worden en een lunchstop in een gezellige berghut genaamd 'Col de Cuk'. Maar na de heerlijke pasta sloeg het weer om. De regen begon zacht, maar werd al snel een stortbui. We schuilden nog even op de Giau-pas, maar moesten daarna toch verder. De rit richting onze overnachting was niet bepaald relaxed, naast de regen begon het ook te onweren. Na nog wat extra stops onderweg om even te schuilen, in de hoop dat het slechte weer over zou trekken, kwamen we tegen acht uur ’s avonds kletsnat aan in Ampezzo. Bij het binnenrijden van dit stadje stonden de straten blank en gingen de kerkklokken heftig tekeer om te waarschuwen voor de storm, erg onheilspellend allemaal. De eerste dag begon dus al als een waar avontuur.
Aangekomen in ons hotel hebben we onze motorkleding uitgehangen en droge kleding aangetrokken. Onze motoren konden we droog en veilig wegzetten in de garage. Omdat het al wat later was waren de meeste restaurants gesloten. Eigenwijs dat wij waren dachten we dat onze regenjasjes wel genoeg waren voor de wandeling naar een restaurant. Dit bleek uiteindelijk niet het geval, en na 10 minuten rennen kwamen we (wederom) doorweekt aan. Na een warme maaltijd was er in het weer nog weinig verandering te zien. Gelukkig moest één van de serveersters dezelfde kant op als wij waardoor we konden meerijden, zodat we niet voor een derde keer weggespoeld zouden worden.
Dag 2: Ampezzo (Italië) naar Boveç (Slovenië)
Afstand: 270 km
GPX-route:
We werden wakker met regen en onweer. Niet direct de start waar je op hoopt, maar we besloten gewoon te wachten. En dat werkte: halverwege de ochtend brak de lucht open. Eerst de motoren door een wasbox (ze zaten onder de modder en waren nooit eerder zo vies, een schone motor rijdt toch lekkerder) en toen op weg naar Slovenië.
We reden Slovenië binnen door een kleine grensovergang en kwamen slingerend via een klein bergweggetje het land in. Slovenië bleek meteen een goede keuze te zijn geweest: bergen vol diepgroene dennen, rivieren met kristalblauw water en wegen die zacht door het landschap golfden. We lunchten bij een restaurant langs de rivier waar ze gespecialiseerd zijn in vers gevangen forel (met een hoop knoflook).
Het hoogtepunt van de dag was Lake Bled. Ja, het is toeristisch, maar toch magisch: een helderblauw gletsjermeer met middenin een eilandje, een kerkje en uitzicht op een
kasteel op een klif. Er waren mensen aan het suppen en kajakken, en de zon liet het water fonkelen.
’s Avonds wachtte de Vršič-pas ons op: de hoogste verharde bergpas van Slovenië (1.611 m). Onderweg naar deze pas zagen we donkere wolken samentrekken rondom de toppen. In de hoop dat de buien over zouden trekken besloten we eerst een hapje te eten in de buurt. Hiervoor kwamen we uit bij het traditionele restaurant Kotnik.
De Vršič-pas was met zijn 50 haarspeldbochten, klinkers in de bochten en geschiedenis als WOI-route, een bijzondere rit. We waren blij dat het droog was – dit is er eentje die je echt wilt rijden zonder glijpartijen. Net voor het donker arriveerden we in Boveç bij Soča Home, onze uitvalsbasis voor de komende twee dagen.
Dag 3: Mangartska cesta (Slovenië)
Geen GPX-route, aangezien het heen-en-terug is
Het regende weer, maar omdat we geen lange rit gepland hadden, deden we het rustig aan. Tegen het einde van de ochtend reden we naar Mangart, de hoogste geasfalteerde weg van Slovenië (2.055 m). De route ernaartoe was al een avontuur op zich, met donkere tunnels en talloze haarspeldbochten.
Na het betalen van de tol (€10 per persoon) parkeerden we vlak onder de top. Vanaf de parkeerplaats was het laatste gedeelte van de weg afgesloten voor verkeer vanwege de kans op vallende rotsen (er werd ons verteld dat dit vrijwel altijd het geval is). Voor het uitzicht moesten we daarom nog even omhoog klimmen – in vol motorpak, wat direct voelde als een nieuwe sportcategorie. De regenbuien van eerder op de dag maakte het ook niet eenvoudiger vanwege moddervorming. Onze sportieve motorlaarzen zijn niet gemaakt voor dit soort ondergrond (wie had dat verwacht..), een kleine glijpartij kon dus niet uitblijven. Zie de laatste foto hieronder voor het resultaat. Maar het was het zeker waard! Boven werden we getrakteerd op ruige rotspieken, vlekken sneeuw en eindeloze vergezichten. Het was fris, slechts 8 graden, maar de sfeer daarboven was magisch.
We aten onze lunch op de berg en daalden daarna snel af om weer wat warmte te vinden. In de middag bezochten we Slap Boka, een 144 meter hoge waterval. Ook hier weer een korte maar (grotendeels door de motorkleding) pittige klim naar het uitzichtpunt.
Dag 4: Boveç (Slovenië) naar Zell am See (Oostenrijk)
Afstand: 306 km
GPX-route:
Ons plan van vandaag: de Großglockner-pas. De dag ervoor was er echter al groots in het nieuws gekomen dat bepaalde passen in Italië en Oostenrijk gesloten zouden zijn vanwege sneeuwval, en dat terwijl het hartje zomer is. Dat bewijst maar weer hoe onvoorspelbaar het weer in de bergen kan zijn. Op de webcams konden we zien dat ook de Großglockner wit gekleurd was en een waarschuwing op de website bevestigden ons vermoeden: "gesloten voor fietsers en motorrijders".
Maar dat mocht de pret niet drukken, want we begonnen de dag (eindelijk) zonder regen. Met de zon op ons vizier reden we via de Predilpas Slovenië uit, langs Lago del Predil, een prachtig meer aan de voet van de Julische Alpen.
We vervolgden onze weg via een lager gelegen route, waardoor we de witte toppen van de Großglockner wel konden zien, maar zelf op droog asfalt bleven – tot halverwege de middag. Toen begon het weer te regenen en werd het flink koud.
Voor een goede lunch én Kaiserschmarrn zijn we onderweg gestopt bij Restaurant Lärchenstadl. Tegen de avond arriveerden we bij ‘Casa Montana’ in Zell am See, waar de Nederlandse Jolanda ons welkom heette. Op haar advies aten we bij ‘Die Libelle’, waarna we snel onder een hete douche doken om op te warmen.
Dag 5: Zell am See (Oostenrijk) naar Bolzano (Italië)
Afstand: 361 km
GPX-route:
Voor onze route vandaag hadden we 2 opties: De Großglockner of de Timmelsjoch. Na het checken van de webcams en de website werd ons duidelijk dat de Großglockner vandaag wederom gesloten bleef. Dus kozen we voor de Timmelsjoch (Passo del Rombo), op 2.509 meter hoogte. Daarvoor reden we eerst 3,5 uur over N-wegen – wat saai, maar met muziek en de communicatiesetjes best gezellig.
Vlak voor de pas lunchten we bij ‘Poleposition’, een klassieker onder motorrijders. Daarna stopten we bij het Top Mountain Motorcycle Museum. Na een brand in 2021 waarbij 200 motoren verloren gingen, is het museum volledig herbouwd – en hoe. Met 450 motorfietsen van meer dan 100 merken is het een paradijs voor liefhebbers.
De Timmelsjoch zelf was genieten: vloeiende bochten, zon op ons gezicht, prachtige uitzichten en bijna geen verkeer.
Na de afdaling kwamen we in Merano, waar palmbomen en cipressen groeien tegen een achtergrond van besneeuwde bergen. Een unieke mix van Alpen en Mediterrane sfeer. Na een diner in ‘Trattoria Al Boia’ reden we via een panoramische weg terug naar Bolzano. Het laatste stuk was in het donker, maar verrassend zacht van temperatuur.
Tot slot
Na vijf intensieve dagen en ruim 1.500 kilometer vol kronkelwegen, bergtoppen en nieuwe herinneringen kwamen we weer terug in Bolzano. Of je nu zelf een soortgelijke route wilt plannen, of gewoon inspiratie zoekt voor een volgende motorreis: Italië, Slovenië en Oostenrijk zijn een absolute aanrader. Wij kijken in ieder geval nu al uit naar het volgende avontuur op twee wielen.
Opmerkingen